Inleiding
Ooit ben ik begonnen met het uitzoeken van mijn stamboom, omdat ik benieuwd was waar de naam Nuberg vandaan kwam. Het is namelijk een naam die in Nederland niet erg vaak voorkomt. Ik vermoed dat hij uit Zweden komt, omdat de naam Nyberg (uitgesproken als Nuberg) daar bijna net zo vaak voorkomt als b.v. de naam Jansen in Nederland. Ik kom jammer genoeg  in het Gemeentearchief in Amsterdam niet verder dan mijn voorvader Jan Nieberg, die opgeeft dat hij uit Soest komt en ook van zijn vrouw Maria Gros kan ik geen doop-en begrafenisgegevens vinden. Wel gaat er ongeveer in dezelfde tijd een Andries Nüberg van Stockholm in ondertrouw te Amsterdam, maar ik heb totaal geen bewijs kunnen vinden voor een verwantschap. Ook in het Rijksarchief in Utrecht kom ik niet verder, omdat er voor 1760 kerkboeken bij een brand zijn vernietigd. Daarom ben ik me maar gaan bezighouden met hoe de takken van de broers Roelof geboren in 1811 en Matthijs geboren in 1827 zich ontwikkeld hebben. 
 
Omdat achternamen pas bij de invoering van de Burgelijke Stand in 1811 verplicht werden, worden voor die tijd achternamen op verschillende manieren geschreven. De naam werd geschreven zoals hij klonk of zoals de schrijver dacht dat hij geschreven moest worden. Voor 1811 komt de naam Nuberg voor als Nieberg, Nieuberg, Nieuwberg en nog enkele variaties. In mijn index op namen verwijs ik niet naar alle voorkomende variaties, maar gebruik ik de naam die in de ondertrouwakte vermeld wordt. Alle familieleden krijgen in de index op namen een doop-of geboortejaar achter hun naam. Wordt er in de index gekozen voor doorverwijzing van een manlijke familielid dan krijgt die in zijn pagina een generatienummer en een letter voor zijn naam.  Als u kiest voor de doorverwijzing naar een vrouwelijke familielid dan vindt u achter haar naam tussen haakjes het generatienummer en de letter van haar vader.
 
I.v.m. privacy vermeld ik alleen gegevens van personen die overleden zijn of van mensen die schriftelijk toestemming hebben verleend voor plaatsing van hun gegevens. Dit betekent dus dat ik over meer gegevens beschik dan ik vermeld. Tevens vermeld ik in mijn index op namen ook de wederzijdse ouders en eventuele getuigen (indien dit geen ambtenaren van de Burgelijke Stand waren) die in de akte voorkomen. Dit omdat het andere mensen misschien weer op een spoor kan zetten naar een voorouder die ze niet meer hebben kunnen traceren of zodat anderen mij misschien weer een hint kunnen geven over verder onderzoek naar mijn voorouders.